1959-1968 DE HELDHAFTIGE JAREN

De wereldtitel motorcross van René Baeten in 1958 betekent ook het einde van een roemrijke periode voor de Belgische piloten. De “Grand Prix des Nations” van 1959 trekt een enorme menigte naar het circuit van de citadel, “de grootste menigte ooit gezien bij een motorcrosswedstrijd”, volgens getuigenissen uit die tijd. De overwinning gaat naar de Engelsman Don Rickman vóór Zweden met Ove Lundell, Sten Lundin en Bill Nilsson op de tweede, derde en vierde plaats. Hun machines zijn bijna 45 kilo lichter dan de Belgische, wat hen een formidabel voordeel oplevert. Het nationale merk FN besluit op het einde van het seizoen 1958 zich terug te trekken uit de motorcrosscompetities, samen met zijn favoriete piloot, Auguste Mingels.

Revolutionaire motorisering

Lundin et Nilsson
Lundin en Nilsson © Collectie E. Luyten

Met hun motoren van Husqvarna, Lito en Monark domineren de Zweedse piloten de Grand Prix van de Citadel van 1959 tot 1963. Hun machine combineert de lichtheid en sterkte van Zweeds metaalwerk met een revolutionaire tweetaktmotor. In 1960 wint Bill Nilsson de ronde met de 18 traditionele ronden afgelegd in 1u11′, waarna Sten Lundin het record in 1u09’ verbetert het jaar daana.

Départ 2ème manche Inters 1962
Begin van de 2e ronde – 1962 © L’Avenir

Wijziging van regels

In 1962 wordt het reglement door de Fédération Internationale de Motocyclisme [Internationale Motorcrossfederatie] gewijzigd. De race vindt nu plaats in twee rondes (van elk veertig minuten) die punten opleveren voor de best geplaatste piloten. De titel wordt toegekend door optelling van de punten, rekening houdend met de tijden ingeval van gelijke stand. De kenners verwachten logischerwijze een Zweedse overwinning, maar een weinig bekende Engelse piloot, John Burton, verrast alle concurrenten. De favoriet, Rolf Tibblin, faalt in zijn ontsnappingspogingen maar wint het wereldkampioenschap. Het jaar daarop verplettert hij de concurrentie en wint beide rondes, de Grand Prix, en de wereldtitel.

In het begin van de jaren zestig wordt de Zweedse hegemonie uitgedaagd door Britse BSA-machines met viertaktmotoren. In handen van veteraan Jeff Smith, in 1956 met het Britse team reeds winnaar van de Grand Prix des Nations op de Citadel, realiseert deze motor in 1964 en 1965 wonderen. In beide jaren wint de Britse piloot zijn duel met Tibblin op de hellingen van de citadel en verovert hij ook de wereldtitel.

Jeff Smith motocross
Jeff Smith
Dans les bois (1966)
“Les sous-bois”

Eerste wereldkampioen kroon voor Robert

Joël Robert
Joël Robert

Op 30 augustus 1965 wordt de Motocross des Nations opnieuw georganiseerd op het legendarisch circuit van de Citadel. Het Britse team, geleid door Smith, en zijn Zweedse rivaal, geleid door Tibblin, zijn de grootste favorieten. De Belgen worden aangevoerd door Joel Robert, die in 1964 op 20-jarige leeftijd zijn eerste wereldtitel op de kwartliter won. Jef Teuwissen, Walter Baeten, Sylvain Geboers en Herman De Soete vervolledigen het zwart – geel – rood kwintet.

Het Naams publiek moedigt de jonge Waal aan die beide rondes van de wedstrijd wint. Joël Robert is de individuele winnaar van de Grand Prix maar in het landenklassement is Engeland nog steeds winnaar dankzij de tweede plaatsen, behaald door Smith, Eastwood, Rickman en Lampkin. De kleine Belgen houden echter lange tijd stand.

Bengt Aberg Motocross
Bengt Aberg – © E. Luyten

Eind jaren zestig wordt de strijd tussen de Britse piloten en hun Zweedse rivalen voortgezet, net zoals de Husqvarna “viertaktmotoren” de strijd aanbinden met de BSA “viertaktmotor”. Op het bochtige en ruige Circuit van de Citadel krijgen de runners-up voor het eerst de overhand met overwinningen voor Jeff Smith en Arthur Lampkin in 1965 en 1966. De eerste zegeviert opnieuw in 1968 dankzij de Zweed Bengt Aberg, die ook wereldkampioen wordt in 1969 en 1970.

In deze wedstrijd tussen Engeland en Zweden valt voor de eerste keer in de geschiedenis van de internationale motorcross een Duitser op. Paul Friedrichs, de “Oost-Duitse playboy”, blinkt uit aan het stuur van een machine van Tsjechische oorsprong, de CZ. Hij wordt de eerste piloot die tot driemaal de wereldkroon wint, maar de Belgische Grand Prix wint hij enkel in 1967. Dat jaar leveren de Belgen een felle strijd. Jef Teuwissen wint de eerste ronde maar verliest zijn zadel in de tweede. Roger De Coster, jonge piloot uit Brussel, eindigt tweede in de Grand Prix nadat hij reeds een ronde had gewonnen in 1966.

Weil, Teuwis, Roger de Coster, Friedrichs
Weil, Teuwis, De Coster, Friedrichs – © P. Capart
Sortie de l'Esplanade 1966
Jef Teuwissen en Sylvain Geboers – Uitvoer van de Esplanade – 1967

De Grand Prix van 4 augustus 1968 op de citadel wordt door een kleiner publiek bijgewoond wegens de concurrentie met andere sportevenementen. Het is echter het toneel van een hevig duel tussen de viertakt BSA van John Banks en de tweetakt HVA 420 van Bengt Aberg. De twee piloten eindigen met gelijke punten en, dankzij de chrono, komt de overwinning toe aan de Zweed. De tweetaktmotor zal er nog lang zijn!